De kans dat een kind van een ouder met FSHD de ziekte ook krijgt, hangt af van het type FSHD.
- Bij een ouder met FSHD type 1 is er 50% kans dat een kind de ziekte ook krijgt.
Een kind krijgt van elk chromosoom twee varianten: één van de moeder en één van de vader. Per eigenschap verschilt het echter welke variant de meeste invloed heeft. De aanleg voor FSHD type 1 is een dominant overervende eigenschap. Het maakt dan niet meer uit of de andere ouder die eigenschap wel of niet heeft.
- Bij een ouder met FSHD type 2 is de kans dat het kind de ziekte erft kleiner dan bij FSHD type 1. Dat komt doordat voor FSHD type 2 defecten aan twee verschillende genen verantwoordelijk zijn. Een kind krijgt de ziekte niet als het maar één defect gen erft en van de andere ouder twee gezonde genen krijgt.